Eenzijdige en tweezijdige toetsen zeggen iets over de verwachting van een bepaald verschil.

Wil je weten wanneer je precies welke soort gebruikt? Mr. Chadd legt het je uit!

Bij een tweezijdige toets kijk je of er een verschil is tussen twee groepen. Het maakt hierbij niet uit welke richting dat verschil heeft. Wil je bijvoorbeeld bekijken of jonge en oude mensen even snel lopen? Dan gebruik je een tweezijdige toets als het je niet uitmaakt of jonge mensen langzamer of sneller lopen.

Een eenzijdige toets gebruik je juist als je bepaalde verwachtingen hebt over een bepaalde groep. Als je bijvoorbeeld wil testen of jonge mensen sneller lopen dan oude mensen dan gebruik je een eenzijdige toets. Kijk maar eens naar het verschil in de hypotheses van eenzijdige en tweezijdige toetsen. Als je alternatieve hypothese ervan uitgaat dat het gemiddelde kleiner is dan de groep waarmee je vergelijkt, gaat het om een linkszijdige toets. Als je, zoals in dit geval, juist kijkt naar of het gemiddelde groter is, dan gebruik je een rechtszijdige toets.

Tweezijdige toetsen

H₀: μ_{jonge mensen}= μ_{oude mensen}

H₁: μ_{jonge mensen}≠ μ_{oude mensen}

Eenzijdige toetsen

H₀: μ_{jonge mensen}≤ μ_{oude mensen}

H₁: μ_{jonge mensen}> μ_{oude mensen}

En nu jij!

Stel de nulhypothese en alternatieve hypothese op in de volgende gevallen:

1. Je wil weten over er een verschil is in conditie tussen sporters en de algemene bevolking.
2. Je wil weten of veganisten meer groenten eten dan vegetariërs.

Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:

Tweedegraadsvergelijkingen

Ongelijkheden oplossen

Modulusvergelijkingen oplossen