Cirkelvergelijkingen
Een cirkel kan aan de hand van het middelpunt en de straal beschreven worden met een vergelijking.
Hoe ziet zo’n vergelijking er nou uit en hoe stel je deze zelf op?
Mr. Chadd legt het voor je uit!
Vorm van een cirkelvergelijking
Een cirkel wordt altijd beschreven door de formule (x-a)2+ (y-b)2= r2. Hierin is a de x-coördinaat van het middelpunt en b de y-coördinaat van het middelpunt. Het middelpunt is dus gegeven door M(a,b). R is de straal van de cirkel. Deze vergelijking kan in verschillende situaties gebruikt worden om de cirkelvergelijking te vinden.
Kwadraatafsplitsen
Als je een vergelijking als x2+ y2- 4x + 6y - 3 = 0 moet herleiden tot een cirkelvergelijking, dan gebruik je ‘kwadraatafsplitsen’. Dat betekent dat je de term x2-4x omschrijft tot iets (x-2)2. Het is daarom handig om de vergelijking eerst op te schrijven als x2-4x + y2+ 6y - 3 = 0. Uit (x-2)2- 4 komt niet alleen x2- 4x, maar x2- 4x +4. De juiste manier om x2- 4x af te splitsen, door dit te schrijven als (x-2)2- 4.
Als je hetzelfde doet voor y2+ 6y, krijg je uiteindelijk (x-2)2- 4 + (y+3)2- 9 - 3 = 0. Als je dit omschrijft, kom je op de vergelijking (x-2)2+ (y+3)2= 16. Nu heb je de vergelijking van een cirkel met middelpunt (2,-3) en straal 4!
Raaklijn op de cirkel
Stel: je moet een vergelijking opstellen van een cirkel met een gegeven middelpunt die een lijn raakt. Dit kan je oplossen door een lijn op te stellen loodrecht op de raaklijn. Deze lijn gaat namelijk precies door het middelpunt!
Je hebt een cirkel met middelpunt (3,4) die de lijn k : y = ½x raakt, dan kan je de lijn door het middelpunt vinden met behulp van de formule rck rcl= -1*, die zegt dat de richtingscoëfficiënt van twee raaklijnen loodrecht op elkaar precies -1 is. De richtingscoëfficiënt van lijn l is dus -2. Omdat deze lijn door het middelpunt (-3,4) gaat, is de formule van lijn l dus *l: y = -2(x-3) + 4 = -2x + 10*.
Wat je nu moet doen, is het snijpunt van k en l berekenen door *–2x + 10 = 1/2x* op te lossen. Dit geeft x = 4 en als je dit invult in *y = ½x* krijg je *y=2.*
Je hebt dus nu een punt op de cirkel met coördinaten (4,2) en het middelpunt (3,4). De afstand van het punt op de cirkel is precies de straal en je kan deze afstand berekenen met de stelling van Pythagoras. Dit geeft r = √(4-3)2+(2-4)2= √1+4 = √5. Omdat de straal √5 is en het middelpunt (3,4), is de cirkelvergelijking dus *c: (x-3)2+ (y-4)2= 5.*
.
Oefenvragen
- Bereken de cirkelvergelijking van x2- 10X + y2- 8x = 8.
- Een cirkel met middelpunt (2,6) raakt de lijn y = 2x. Stel de cirkelvergelijking op.
Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:
Werkt u in het vo of mbo? Plan direct een vrijblijvende demonstratie in!
We laten u graag geheel vrijblijvend zien hoe Mr. Chadd werkt, hoe het kan worden ingezet en wat de meerwaarde is. Dit doen we in een fysieke of online afspraak van zo'n 30 minuten. Let op! Deze demonstratie is alleen bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het vo of mbo, NIET voor leerlingen!
Meer informatie over Mr. Chadd
Laat hieronder uw gegevens achter en we sturen u geheel vrijblijvend meer informatie over Mr. Chadd op!
Werkt u in het vo of mbo? Neem contact op!
Bent u benieuwd naar de voordelen van Mr. Chadd of heeft u andere vragen? Laat uw gegevens achter en wij nemen zo snel mogelijk contact op.