‘Es ist’ of ‘es gibt’: wat is het verschil?
‘Est ist’ en ‘es gibt’ zijn twee handige woordcombinaties.
Maar wat zijn de verschillen ertussen en wanneer gebruik je welke combinatie?
‘Est gibt’ en ‘es ist’ kun je allebei vaak vertalen met ‘er zijn’. Maar er zijn toch een paar belangrijke verschillen tussen. Laten we eerst kijken naar het grammaticale verschil!
Grammatica
Achter ‘es gibt’ komt een akkusativ, terwijl achter ‘es ist’ een nominativ komt te staan. ‘Gibt’ is een werkwoord met een vaste naamval. Het gebruikt altijd de akkusativ bij het volgende woord! ‘Ist’ is echter een koppelwerkwoord. Zoals je vast wel weet, koppelt dat het onderwerp en het naamwoordelijk deel van het gezegde aan elkaar. Hier is dat ook zo. Daarom moet het naamwoordelijke deel van het gezegde in dezelfde naamval als het onderwerp, dus de nominativ!
Maar wanneer gebruik je de twee verschillend woordcombinaties?
Es gibt
‘Es gibt’ betekent ‘er is/zijn’ en je gebruikt het in algemene uitspraken. Zo kun je bijvoorbeeld het volgende zeggen: ‘Es gibt viele Hunde in dieser Stadt’ (‘er zijn veel honden in deze stad’). Het is een algemene uitspraak, want het gaat niet om een bepaalde groep honden en het gaat niet om een bepaald moment waarop er veel honden zijn. Er zijn over het algemeen veel honden in de stad, dus gebruiken we ‘es gibt’ en niet ‘es ist’.
Je kunt ook ‘es gibt’ gebruiken in een als-dan zin, zoals de volgende: ‘Gibt es gutes Brot, esse ich gerne Frühstück.’ (‘Als er goed brood is, eet ik graag ontbijt.’)
Es ist
Je gebruikt ‘es ist’ wanneer je het hebt over een specifieke situatie. Bijvoorbeeld wanneer je door een park loopt en ziet dat er op dat moment veel honden zijn, dan zeg je ‘Es sind viele Hunde im Park.’ Nu gaat het om de honden op een specifiek moment. Die honden zijn er over het algemeen niet, dus gaat het niet om een algemene uitspraak. Zie je al het verschil tussen ‘es ist’ en ‘es gibt’?
Zo werkt de app
Uitdrukkingen
Er zijn ook een aantal uitdrukkingen die altijd ‘gibt’ of altijd ‘ist’ gebruiken. Dit zijn er een aantal die handig zijn om te weten:
- Gibt es Fragen? (Zijn er vragen?)
- Was gibt es Neues? (Is er nog nieuws?)
- Was gibt es? (Wat is er?)
- Heute Abend gibt es bei uns Spaghetti. (Vanavond eten wij spaghetti.)
- Wann gibt es Abendessen? (Wanneer is het avondeten?)
- Gibt es ein Problem? (Is er een probleem?)
- Es sind 25 Grad Celsius. (Het is 25 graden celsius.)
Oefenzinnen
- Es (sind/gibt) viele Probleme im Leben.
- Jetzt (ist/gibt) es nur ein Tourist im Museum
- (Sind/Gibt) es viele Leute auf der Party?
- Es (sind/gibt) in Berlin gute Bäcker.
Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:
Sein, haben en werden in de verleden tijd: hoe vervoeg je ze?
Werkt u in het vo of mbo? Plan direct een vrijblijvende demonstratie in!
We laten u graag geheel vrijblijvend zien hoe Mr. Chadd werkt, hoe het kan worden ingezet en wat de meerwaarde is. Dit doen we in een fysieke of online afspraak van zo'n 30 minuten. Let op! Deze demonstratie is alleen bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het vo of mbo, NIET voor leerlingen!
Meer informatie over Mr. Chadd
Laat hieronder uw gegevens achter en we sturen u geheel vrijblijvend meer informatie over Mr. Chadd op!
Werkt u in het vo of mbo? Neem contact op!
Bent u benieuwd naar de voordelen van Mr. Chadd of heeft u andere vragen? Laat uw gegevens achter en wij nemen zo snel mogelijk contact op.