Als je een onderzoek wil doen naar een grote groep mensen kan dat soms lastig zijn.

Als je bijvoorbeeld wil weten hoeveel procent van de reizigers de trein gebruikt is het lastig om alle reizigers te ondervragen.

Om toch een onderzoek te doen gebruiken we daarom een steekproef. Hoe zorg je dat je een goede steekproef hebt? Mr. Chadd legt het je uit!

Steekproef

Een steekproef is een kleine groep mensen die onderdeel zijn van een grotere groep mensen. Van de tienduizenden reizigers kies je er bijvoorbeeld 100 uit om mee te doen aan je onderzoek. De 100 deelnemers die meedoen aan je onderzoek zijn je steekproef.

Om een goed onderzoek te doen is het belangrijk dat je een goede steekproef hebt: de steekproef moet representatief zijn. Een steekproef is representatief als het een goede afspiegeling is van de groep die je wil onderzoeken. Als bijvoorbeeld van de reizigers de helft man is, dan moet in de steekproef ook de helft man zijn.

Een representatieve steekproef moet aan de volgende eisen voldoen:

• De steekproef moet groot genoeg zijn.
• De steekproef moet aselect zijn. Dat betekent dat iedereen in de groep die je wil onderzoeken een even grote kans moet hebben om in je steekproef te komen.

Meetniveaus

Bij het doen van een onderzoek wordt vaak gebruik gemaakt van een enquête. Als je dan aan de slag gaat met het verwerken van de resultaten kom je verschillende meetniveaus tegen.

• Nominaal meetniveau

Bij het nominale meetniveau wordt gebruik gemaakt van nominale variabelen. Bij een nominale variabele wordt er alleen onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën. De waardes worden vaak aangegeven met namen, bijvoorbeeld je woonplaats of beroep.

• Ordinaal meetniveau

Bij een ordinaal meetniveau is de volgorde ook van belang; de waardes kunnen vaak aangegeven worden met een nummer. Een voorbeeld van een ordinale variabele is het aantal sterren van een hotel of het cijfer dat je hebt gehaald op een toets.

• Interval niveau

Bij een intervalniveau is de volgorde ook van belang en er is een gelijk verschil tussen de metingen. Een voorbeeld hiervan is onze jaartelling, elk jaar komt er één jaar bij.

• Ratio niveau

Op dit niveau heeft een variabel alle eigenschappen van de andere niveaus en is er een natuurlijk nulpunt. Een voorbeeld hiervan is leeftijd, er is een natuurlijk nulpunt bij de geboorte.

Nu weet je hoe je kan zien of een steekproef representatief is en je hebt geleerd over verschillende meetniveaus. Om te testen of je alles hebt begrepen kun je de oefenvragen maken.

Oefenvragen

1. Je wil onderzoeken welke social media door jongeren gebruikt worden. Als je een poll maak op Instagram, krijg je dan een representatieve steekgroep? Waarom wel/niet?
2. Van welk meetniveau is er bij de volgende variabelen sprake?
   1. Reisafstand naar werk
   2. Aantal gezinsleden
   3. Heb je een auto?

Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:

Kansberekening

Standaardafwijking

Discrete en continue toevalsvariabelen