Zinnen gebruik je altijd: als je een verhaal schrijft, als je praat of als je typt.

Maar hoe weet je nou wanneer een zin afgelopen is en je hier bijvoorbeeld een punt moet plaatsen?

Mr. Chadd gaat dat je in dit artikel uitleggen!

Welke leestekens gebruik je en wanneer?

Je hebt verschillende leestekens. De belangrijkste zijn een punt (.), een komma (,) en een vraagteken (?).

Een zin is meestal een mededeling. Als deze mededeling is afgelopen, plaats je dus gewoon een punt aan het einde van de zin. Dit zie je bijvoorbeeld in de zin ‘Mijn hond heeft mijn huiswerk opgegeten.’

Je kan ook meerdere zinnen aan elkaar verbinden door een zogenaamd verbindingswoord te gebruiken. Voordat je het verbindingswoord gebruikt, plaats je dan wel een komma! Een voorbeeld zie je in de zin ‘Ik ben vandaag naar de stad geweest, want ik moest nog een cadeautje kopen voor mijn moeder.’ Het gedeelte vanaf want hoort bij het eerste deel van de zin. Deze kan je dus niet als zelfstandige zin gebruiken en moet altijd aan de eerste zin worden verbonden door de komma. Wel kan je van de zinnen twee hoofdzinnen maken, waardoor ze wel los van elkaar kunnen staan. Bij de voorbeeldzin krijg je dan ‘Ik ben vandaag naar de stad geweest. Ik moest nog een cadeautjes kopen voor mijn moeder.’ Je ziet dat het woordje want hier dan kan worden weggelaten.

Het kan ook zo zijn dat het verbindingswoord niet na de komma in het midden van de zin komt, maar dat deze aan het begin van de zin staat. Als dat het geval is moet je verderop in de zin nog steeds een komma plaatsen, maar nu tussen twee persoonsvormen. Dit zie je ook in de zin ‘Omdat ik vanochtend naar school moest, heb ik mijn hond niet kunnen uitlaten’. Let op: voor het woord en en of zet je bijna nooit een komma!

Een punt gebruik je dus altijd aan het einde van een zin. Het maakt niet uit of de zin hierbij uit meerdere mededelingen bestaat of slechts uit een mededeling, want iedere zin moet je gewoon afsluiten met een punt. In het geval van een vragende zin en dus een vraag gebruik je in plaats van een punt een vraagteken.

Oefenen:

Verbeter de volgende zinnen en let hierbij op het gebruik van hoofdletters, punten, vraagtekens en komma’s.

1. vanmiddag ben ik samen met nina naar de bioscoop geweest omdat we de nieuwste film graag wilden zien
2. omdat ik erg van sporten houd heeft mijn moeder mij verrast met een abonnement bij de sportschool om de hoek
3. zodra ik je met jouw huiswerk heb geholpen zullen we dan naar de dierentuin gaan

Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:

Leestekens

Interpunctie

Komma