Verschil Past Simple en Past Continuous
De Past Simple en de Past Continuous zijn twee werkwoordsvormen die vaak voorkomen in het Engels.
Ze lijken best op elkaar en daardoor is het af en toe niet duidelijk welke vorm je moet gebruiken. Toch zijn er een paar belangrijke verschillen!
Mr. Chadd legt ze hieronder voor je uit.
Past Simple
Even een kleine opfriscursus; wat was de Past Simple ook alweer?
De Past Simple is de Engelse term voor de verleden tijd. Je gebruikt deze vorm als je het hebt over feiten, gewoonten etc. die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn. Het is dus eigenlijk hetzelfde als de Present Simple, alleen dan in de verleden tijd!
Je kan het gebruik van de Present Simple ook herkennen aan bepaalde signaalwoorden, zoals yesterday, last week, last year, three days ago, in 2015, etc.
Je vormt de Past Simple door de stam van een werkwoord te pakken en daar –ed aan vast te plakken. De Past Simple van ‘to work’ is dus de stam (work) met –ed erachter 🡪 worked.
Er zijn een paar uitzonderingen, die vind je op onze Academy bij Past Simple
Past Continuous
De Past Continuous is de duurvorm in de verleden tijd. Dat klinkt behoorlijk vaag, maar eigenlijk betekent het het volgende: je gebruikt deze vorm als je vertelt over wat je in het verleden aan het doen was. Denk maar eens aan een zin als “Ik was met een vriendin aan het praten.” Het gebeurde in het verleden en ging een tijdje door (duurvorm).
Vaak gaat een zin met de Past Continuous gepaard met een zin die begint when/while. In het ene deel zeg je wat je aan het doen was, in het andere deel zeg je wat er toen gebeurde. Kijk maar eens naar de volgende zin: “She was watching tv, when the doorbell rang.” Het laatste deel gebeurde tijdens het eerste deel.
De Past Continuous bestaat uit een vorm van de verleden tijd van to be (was/were) + een werkwoord +-ing. “Wij waren aan het lopen” wordt dus “We were walking”.
Er zijn een paar uitzonderingen, die vind je op onze Academy bij Past Continuous
Zo werkt de app
Verschillen
Er zijn dus een aantal belangrijke verschillen tussen de Past Simple en de Past Continuous.
De Past Simple gebruik je vooral als je het hebt over simpele feitjes uit het verleden: je hebt toen iets gedaan (bijv. I walked home tonight).
De Past Continuous benadrukt meer dat de actie een tijdje duurde; je was iets aan het doen. Vaak komt er dan een zin met when/while achteraan, om zo te laten zien dat het een gebeurde tijdens het ander (bijv. I was walking home, when I heard someone scream).
Wanneer je dus wil benadrukken dat iets een tijdje duurde, gebruik je de Past Continuous. Praat je over feitjes en gewoontes? Dan gebruik je de Past Simple.
Even oefenen!
Wil jij graag oefenen met de Past Simple en de Past Continuous? Kies dan welke vorm op de puntjes moet!
They … to school, when they … my father. (to cycle – to see)
My mom … for Ziggo last year. (to work)
I … a sandwich, while I … for a test. (to eat – to learn)
Een belangrijke toets die eraan zit te komen? En denk je dat alleen chatten misschien niet genoeg is? Dan kan je altijd kijken naar onze opties voor 1-op-1 bijlessen!
Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:
Verschil Present Simple en Present Perfect
Werkt u in het vo of mbo? Plan direct een vrijblijvende demonstratie in!
We laten u graag geheel vrijblijvend zien hoe Mr. Chadd werkt, hoe het kan worden ingezet en wat de meerwaarde is. Dit doen we in een fysieke of online afspraak van zo'n 30 minuten. Let op! Deze demonstratie is alleen bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het vo of mbo, NIET voor leerlingen!
Meer informatie over Mr. Chadd
Laat hieronder uw gegevens achter en we sturen u geheel vrijblijvend meer informatie over Mr. Chadd op!
Werkt u in het vo of mbo? Neem contact op!
Bent u benieuwd naar de voordelen van Mr. Chadd of heeft u andere vragen? Laat uw gegevens achter en wij nemen zo snel mogelijk contact op.