Politieke besluitvorming hoofdstuk 3
Ben jij op zoek naar een samenvatting van het boek Politieke Besluitvorming?
Zoek niet verder, vind hem hier! Mr. Chadd helpt je graag.
In deze samenvatting:
- Hoofdstuk 3: Verkiezingen en kiesstelsels
-
- 3.1 Het Nederlandse kiesstelsel
- 3.2 Parlementair en presidentieel stelsel
- 3.3 De verkiezingen en formatie
Hoofdstuk 3: Verkiezingen en kiesstelsels
3.1 Het Nederlandse kiesstelsel
Je hebt in Nederland actief kiesrecht , het recht om te kiezen, en passief kiesrecht , h et recht om gekozen te worden . Er is hier sprake van evenredige vertegenwoordiging , het aantal stemmen dat je hebt staat gelijk aan het aantal zetels. Het aantal stemmen dat je nodig hebt voor een zetel , is de kiesdeler .
In andere landen is er een districtenstelsel. Degene die in een district de meeste stemmen haalt, wordt afgevaardigd naar de volksvertegenwoordiging. In Frankrijk is er een meerderheidsstelsel: diegene die daar in een district meer dan 50% van de stemmen haalt, wint. De voordelen van deze stelsels zijn de vaak sterke binding tussen kiezer en gekozene en de duidelijkheid die er is door het kleine aantal partijen. Een nadeel van deze stelsels is dat de partij die de meeste stemmen haalt in totaal, niet de grootste partij hoeft te zijn. Ook kunnen er botsingen zijn door de fractiediscipline, want de standpunten van de partij komen soms niet overeen met de standpunten van de regio waar de persoon gekozen is.
In Nederland hebben we tot 1917 ook een meerderheidsstelsel gehad. Dit kunnen we nog steeds zien, want wij stemmen niet op een partij, maar op een persoon.
Zo werkt de app
3.2 Parlementair en presidentieel stelsel
In onze representatiedemocratie stemmen wij op onze volksvertegenwoordigers. Hierdoor is er niet per se veel representativiteit , de mate waarin standpunten en besluiten van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de kiezers. Er zijn namelijk knelpunten:
- Partijen vertegenwoordigen niet altijd de kiezers
- Geringe communicatie met kiezers zorgt ervoor dat partijen niet altijd weten wat hun achterban wil
- Niet alle burgers doen actief mee in de politiek ( actieve participatie )
- Er is een groep kiesgerechtigden die zich nooit vertegenwoordigd voelt. Ze stemmen vaak op een protestpartij , zoals de LPF.
In sommige landen als de VS en Duitsland is er sprake van een presidentieel stelsel . Er wordt een president gekozen door het volk, die zijn eigen team samenstelt. De ministers hoeven alleen verantwoordelijkheid af te leggen aan de president. De president is ook opperbevelhebber van het leger. Er is een duidelijke scheiding van de machten . Wetten moeten goedgekeurd worden door de Senaat, het Huis van Afgevaardigden en het Congres. Deze veranderen om de twee jaar van samenstelling en daardoor is het moeilijk een wet er doorheen te krijgen. De president heeft echter wel vetorecht , waarmee hij een plan in een keer door de Senaat en het Huis van Afgevaardigden kan krijgen. De president kan alleen uit zijn ambt worden gezet via een impeachment-procedure . Tweederde van de senatoren moet dan voor stemmen.
De president heeft geen ontbindingsrecht, het recht om een parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
3.3 De verkiezingen en formatie
In een verkiezingsprogramma staan de belangrijkste plannen en opvattingen van een partij. In de verkiezingsperiode proberen lijsttrekkers vooral de zwevende kiezers nog over te halen. Zwevende kiezers zijn kiezers die niet elke keer op dezelfde partij stemmen en tijdens de verkiezingen vaak nog niet weten op welke partij ze zullen stemmen . Door de ontzuiling en de veelal op elkaar lijkende partijen neemt het aantal zwevende kiezers toe. Na de verkiezingen moet er een kabinetsformatie gevonden worden met een meerderheid in de Tweede Kamer. De coalitievorming kan lang duren, omdat er veel compromissen moeten worden gesloten. De vorming gebeurt in deze volgorde:
- De nieuwe Tweede Kamer wordt geïnstalleerd en na een debat kiezen de Kamerleden een of meer informateurs.
- Deze informateur onderhandelt met coalitiepartners, waarna hij een regeerakkoord ( raamwerk voor beleid) opstelt, die door alle Tweede Kamerfracties wordt onderschreven.
- De Tweede Kamer benoemt een formateur.
- De formateur zoekt geschikte bewindslieden, die vervolgens door de koning benoemd worden, nadat ze trouw hebben gezworen.
- Het kabinet wordt gepresenteerd aan het publiek en de minister-president legt een regeringsverklaring af.
Normaal gesproken houdt een kabinet het vier jaar vol. Dit gebeurt echter niet altijd. Tussentijds kan een kabinet vallen.
-
Een minister kan al dan niet vrijwillig zijn ontslag aanbieden bij de koning. Deze hoeft het niet te accepteren. Gebeurt dat wel, komt er geen geheel nieuw kabinet, maar een nieuwe minister.
-
Het hele kabinet biedt zijn ontslag aan vanwege een onoverbrugbaar conflict. Bij een kabinetscrisis zijn dan twee mogelijkheden:
- Er wordt een nieuw kabinet geformeerd zonder nieuwe verkiezingen.
- Er worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Tot die tijd blijft het kabinet aan als demissionair kabinet om de gang van zaken waar te nemen.
Wil jij nog meer weten over de politieke besluitvorming? Kijk dan bij de andere samenvattingen van dit boek op onze Academy of stel je vraag aan een van de coaches van Mr. Chadd. Zij helpen je graag!
Werkt u in het vo of mbo? Plan direct een vrijblijvende demonstratie in!
We laten u graag geheel vrijblijvend zien hoe Mr. Chadd werkt, hoe het kan worden ingezet en wat de meerwaarde is. Dit doen we in een fysieke of online afspraak van zo'n 30 minuten. Let op! Deze demonstratie is alleen bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het vo of mbo, NIET voor leerlingen!
Meer informatie over Mr. Chadd
Laat hieronder uw gegevens achter en we sturen u geheel vrijblijvend meer informatie over Mr. Chadd op!
Werkt u in het vo of mbo? Neem contact op!
Bent u benieuwd naar de voordelen van Mr. Chadd of heeft u andere vragen? Laat uw gegevens achter en wij nemen zo snel mogelijk contact op.