Impressies en ideeën
Impressies en ideeën:
David Hume onderscheidt de voorstellingen die onze geest kunnen hebben in twee fundamenteel verschillende categorieën.
Wat is precies het verschil en waar komt dit vandaan? Mr. Chadd legt het je uit.
David Hume
Om de bevindingen van David Hume over impressies en ideeën goed te begrijpen moeten we eerst duidelijk hebben vanuit welk perspectief dit komt. David Hume is een empirist, wat inhoudt dat alle kennis die een mens heeft is ontstaan door de ervaringen die hij heeft. Bij de geboorte van een persoon kan de geest worden gezien als een tabula rasa, een onbeschreven blad dat gevuld kan worden met vergaarde kennis door middel van ervaringen. Een ander belangrijk onderdeel dat Hume aanneemt is dat we het bestaan van de wereld buiten onze geest niet kunnen bewijzen en dat daarom alles door onze geest wordt gevormd.
Categorieën
Alles wat in onze geest binnenkomt kunnen we volgens Hume categoriseren in twee categorieën. De eerste categorie bestaat uit de impressies, de informatie die rechtstreeks binnenkomt van onze zintuigen. Als je omhoog kijkt zie je bijvoorbeeld een blauwe kleur van de lucht. De waarneming van een blauwe kleur is een enkelvoudige impressie die de geest binnenkrijgt zonder dat het verwerkt of geïnterpreteerd is door de geest. Impressies zijn goed te omschrijven als meetbare waarden, een eigenschap die een instrument zou kunnen meten.
De tweede categorie zijn de ideeën. Dit zijn voorstellingen die verwerkt zijn door de geest. Bij een impressie van witte vlakken in een groot blauw vlak, vochtige lucht en wind zou het idee kunnen ontstaan dat er wolken in de de lucht zijn. Hierbij wordt een samengestelde impressie verwerkt tot een idee. Ideeën kunnen ook ontstaan zonder impressies: complexe wiskundige concepten zie je bijvoorbeeld vaak nergens terug in de buitenwereld, maar toch kunnen we ons deze voorstellen en er kennis over verkrijgen.
Omdat beide soorten voorstellingen afhankelijk zijn van zintuigen of de geest bestaat er eigenlijk niets objectiefs. Impressies zijn afhankelijk van de werking van de zintuigen. Zo krijgt een kleurenblind persoon een andere impressie van de kleur van gras ten opzichte van iemand met normaal werkende ogen. Ideeën zijn vaak een product van de subjectieve impressies. Ideeën die niet gebaseerd zijn op impressies, zoals het idee van een wiskundige functie, gaan per definitie niet over verschijningen in de uitwendige wereld en zijn dus ook subjectief.
Even oefenen!
Bedenk zelf nog twee voorbeelden van een impressie en twee van een idee.
Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar: