Typen weefsels
Groepen cellen met een vergelijkbare bouw en functie worden een weefsel genoemd.
De histologie bestudeerd de bouw en de functies van verschillende weefsels. De bouw van een weefsel bepaalt de functie van het weefsel.
Meer weten? Lees dan snel het artikel hieronder!
In het lichaam zijn vier soorten weefsels te onderscheiden: het epitheelweefsel (dekweefsel), het bindweefsel, het spierweefsel en het zenuwweefsel. Van deze vier verschillende weefseltypen bestaan vele subtypen. Alle weefsels bestaan uit cellen en matrix. De matrix bestaat uit grondsubstantie en eiwitten. De grondsubstantie is vaak een geleiachtige stof. De eiwitten worden gemaakt door de cellen. Sommige weefsels bestaan uit zeer weinig matrix, zoals epitheelweefsel. Andere weefsels bestaan uit weinig cellen, zoals bijvoorbeeld bepaalde soorten bindweefsel.
Bouw en functie van het epitheelweefsel
Epitheelweefsel staat ook wel bekend als dekweefsel . Het bedekt dan ook het lichaamsoppervlak, zoals bijvoorbeeld de huid, en de lichaamsholten, zoals bijvoorbeeld darmepitheel. Een speciaal soort epitheelweefsel is het klierepitheel weefsel. Klieren (bijvoorbeeld de alvleesklier) zijn opgebouwd uit klierepitheel weefsel. Klieren produceren en scheiden stoffen uit. Klieren die een afvoergang hebben, worden exocriene klieren genoemd. Klieren zonder afvoergang worden endocriene klieren genoemd. Meer over exocriene en endocriene klieren kun je lezen in ons artikel over het hormoonstelsel !
Epitheelweefsel bestaat voornamelijk uit cellen. De cellen van het epitheelweefsel liggen heel dicht op elkaar, waardoor het epitheelweefsel moeilijk doordringbaar is. Sommige epitheelcellen, zoals in de ademhalingswegen, hebben trilharen. Door deze trilharen kunnen stoffen makkelijk vervoerd worden. De trilharen in de ademhalingswegen transporteren bijvoorbeeld slijm met opgeloste gevaarlijke stoffen vanuit de kleine luchtwegen naar de mond. In de mond wordt het slijm doorgeslikt en getransporteerd naar de maag, waar de gevaarlijke stoffen onschadelijk worden gemaakt.
Bouw en functie van het bindweefsel
Bindweefsel heeft de grootste diversiteit van alle weefseltypen en komt het meeste voor in het lichaam. De meeste bindweefsels bestaan uit relatief weinig cellen van veel matrix. Een uitzondering hierop is vetweefsel, dat uit relatief veel cellen en relatief weinig matrix bestaat. Er zijn heel veel verschillende soorten bindweefsel, zoals kraakbeenweefsel, botweefsel maar ook bloed.
Zo werkt de app
Kraakbeen bestaat uit kraakbeencellen omgeven door een rubberachtige en doorschijnende matrix die is opgebouwd uit kraakbeenlijm en collagene vezels. Kraakbeen bevat geen bloedvaten en is dus niet doorbloed. Botweefsels bestaat uit botcellen en een harde matrix van kalkzouten en collagene vezels. Botweefsel is gestructureerd in botbuizen. In tegenstelling tot kraakbeen, is botweefsel goed doorbloed. Botweefsel wordt continu afgebroken en weer opgebouwd. Bloed en lymfe hebben uit een vloeibare matrix en hebben een transportfunctie. Bloed bestaat uit bloedcellen en bloedplasma. Het stroomt in het bloedvatenstelsel. Lymfe bestaat voornamelijk uit vocht en leukocyten. Lymfe stroomt door het lymfevatenstelsel. Bindweefsels hebben een verbindende, steunende of verzorgende functie. Ze geven steun aan het lichaam, beschermen de organen en bepalen hun vorm en onderlinge beweeglijkheid.
Bouw en functie van het spierweefsel
Spierweefsel bestaat uit cellen die in staat zijn om samen te trekken. Door het samentrekken van de spieren wordt beweging mogelijk gemaakt en wordt warmte geproduceerd. Het samentrekken van spieren wordt contraheren genoemd. Deze contractie is mogelijk door de actinefilamenten en myosine moleculen in de spieren. Deze actine- en myosinefilamenten bestaan uit eiwitten en liggen in de cel. Spierweefsel bevat weinig matrix. Er zijn drie typen spierweefsel te onderscheiden: het dwarsgestreept spierweefsel, het glad spierweefsel en het hartspierweefsel.
Het dwarsgestreept spierweefsel is te vinden in de skeletspieren. De skeletspieren kun je bewust aansturen, waardoor je zelf kunt bepalen hoe je lichaam beweegt. Het grootste deel van de spieren bestaan uit dwarsgestreepte spieren. Het glad spierweefsel komt voor in de wanden van de bloedvaten, luchtwegen en het spijsverteringskanaal. Gladde spieren kunnen niet bewust aangestuurd worden, maar hebben eigen pacemakercellen of reageren op prikkels uit het zenuwstelsel. Gladde spieren zorgen voor een langzame golfachtige beweging die zorgt voor het transporteren van bloed, lucht en voedsel.
Bouw en functie van het zenuwweefsel
De basis van het zenuwweefsel is de zenuwcel die ook wel een neuron wordt genoemd. De belangrijkste functie van het zenuwweefsel is het ontvangen, maken en doorgeven van elektrische signalen. Deze elektrische signalen worden actiepotentialen genoemd. Neuronen kunnen via dendrieten van andere neuronen actiepotentialen ontvangen deze via axonen doorgeven naar andere neuronen of naar andere weefsels geleiden. Meer over actiepotentialen kun je lezen in ons artikel over impulsgeleiding !
Opdrachten
- Welke bovenstaande tekening(en) geeft een weefsel weer? Waarom?
- Leg uit wat het verschil is tussen dwarsgestreept en glad spierweefsel. Hoe hangt dit samen met het autonoom en animaal zenuwstelsel?
Werkt u in het vo of mbo? Plan direct een vrijblijvende demonstratie in!
We laten u graag geheel vrijblijvend zien hoe Mr. Chadd werkt, hoe het kan worden ingezet en wat de meerwaarde is. Dit doen we in een fysieke of online afspraak van zo'n 30 minuten. Let op! Deze demonstratie is alleen bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het vo of mbo, NIET voor leerlingen!
Meer informatie over Mr. Chadd
Laat hieronder uw gegevens achter en we sturen u geheel vrijblijvend meer informatie over Mr. Chadd op!
Werkt u in het vo of mbo? Neem contact op!
Bent u benieuwd naar de voordelen van Mr. Chadd of heeft u andere vragen? Laat uw gegevens achter en wij nemen zo snel mogelijk contact op.