Duurzame onderwijsvernieuwingen: onmogelijk?!
Leestijd: 15 minuten
Het onderwijs staat niet stil. Er worden constant nieuwe werkwijzen, methoden en innovaties ontwikkeld om de onderwijskwaliteit te verbeteren, te denken valt aan een nieuwe taalmethode, een verrijking van digitale middelen of een sociale interventie tegen pesten. Het ontbreekt het onderwijs dan ook niet aan mogelijke onderwijsvernieuwingen.
Het lijkt echter een kunst om een onderwijsvernieuwing duurzaam in een school te implementeren. Vele onderwijsvernieuwingen verdwijnen al voordat ze goed geïmplementeerd zijn. Dit ligt vaak niet aan de vernieuwing zelf, maar aan de implementatie en de tijd die hiervoor uitgetrokken wordt.
Een onderwijsvernieuwing is een dynamisch en complex proces, waar vele factoren een rol in spelen. Doordat we te maken hebben met mensen die voor de verandering moeten zorgen, is er sprake van een mate van spontaniteit en onvoorspelbaarheid binnen het proces. Er is dan ook niet één juiste manier waarop er een kans van slagen is voor vernieuwing in het onderwijs, dit is contextgebonden.
Volgens Fullan (2007) dienen de docenten en schoolleiding in drie fases een verandering te ondergaan om een onderwijsvernieuwing in een school te implementeren. Het doorlopen ervan zorgt ervoor dat ze met de vernieuwing kunnen, willen, gaan en blijven werken. Deze drie fases zijn: initiëren, implementeren en institutionaliseren.
Fase 1: ‘Een balletje opgooien’ – Initiëren
De eerste fase vindt plaats voordat er überhaupt bekend is welke onderwijsvernieuwing geïmplementeerd gaat worden. Dit is de fase waarin er ‘een balletje wordt opgegooid’ en het idee ontstaat om op de school met een onderwijsvernieuwing te werken.
In deze fase is het van belang dat er interesse over de onderwijsvernieuwing ontwikkeld wordt. De initiatiefnemer zal ervoor moeten zorgen dat er een gedeelde visie ontstaat over de toevoeging van de vernieuwing op de school. Hierdoor wordt het doel gevisualiseerd en creëer je betrokkenheid in de school. Dit is enkel mogelijk als er sprake is van kennis, begrip en acceptatie van alle belanghebbenden.
Als ook de rollen en verantwoordelijkheden binnen de school duidelijk zijn, kan er gestart worden met fase 2: het implementeren.
Fase 2: ‘Aan de slag!’ – Implementeren
Deze fase krijgt doorgaans de meeste aandacht, aangezien het daadwerkelijk de verandering teweeg brengt. Zonder het initiëren en institutionaliseren zal een onderwijsvernieuwing echter niet lang stand houden en levert het de school op lange termijn niets op. Het is dan ook zeker in fase 2 van belang om de tijd te nemen om te plannen, feedback te vergaren en te overleggen over de werking van de implementatie. Iedere schoolcontext is uniek en zal inhoudelijk een ander proces nodig hebben om de onderwijsvernieuwing te implementeren.
De eerste ervaringen zijn een kritiek punt voor de mate van succes van de onderwijsvernieuwing. Daarnaast zijn er drie interactieve factoren die een rol spelen in dit succes: veranderingsfactoren, lokale factoren en externe factoren.
Er wordt rekening gehouden met de veranderingsfactoren door in de eerste fase in te gaan op de doelen en procedures van het veranderingsproces en samen de behoefte te voelen dat deze vernieuwing nodig is. Zo wordt er gezorgd dat de docenten en de schoolleiders dezelfde visie over het proces delen, wat zorgt voor een soepeler implementatieproces. Daarnaast spelen ook de uitvoerbaarheid en kwaliteit van de interventie en de complexiteit van het probleem een rol in dit proces.
De lokale factoren zijn gericht op de context van de school. De voorgaande ervaringen met interventies spelen hierbij een rol voor zowel de docenten als de leerlingen en hun ouders. Hoe vaker individuen negatieve ervaringen hebben gehad met eerdere pogingen tot verandering, hoe cynischer ze worden ten aanzien van de toekomstige pogingen tot vernieuwing. Zoals eerder genoemd is een gedeelde visie binnen de school van belang, die wordt beïnvloed door persoonlijke en werk gerelateerde kenmerken van docenten en schoolleiders.
Dan zijn er nog externe factoren die het implementatieproces kunnen beïnvloeden. Hierbij kan gedacht worden aan veranderingen in beleid of financiering, maar ook aan een verandering in de maatschappij waarbij aandacht naar een onderwijsvernieuwing gaat.
Fase 3: ‘Stapje voor stapje’ - Institutionaliseren
De laatste fase is de sleutel tot een duurzame verandering. Institutionaliseren kan pas plaats vinden bij het volledig doorlopen van de vorige fases. Een onderwijsverandering is geïnstitutionaliseerd als deze volledig eigen is gemaakt en het volledig is geïntegreerd in de ‘dagelijkse’ flow van de school. Het institutionaliseren van een onderwijsverandering geeft een positieve sfeer in een schoolcontext, door het gevoel van slagen.
Kortom, een onderwijsvernieuwing duurzaam binnen de school implementeren is zeker mogelijk, maar kost tijd. Deze tijd wordt echter volledig teruggewonnen wanneer een vernieuwing slaagt en effect laat zien. Mr. Chadd is zo’n onderwijsvernieuwing!
Mr. Chadd is dé digitale onderwijsassistent waaraan leerlingen on demand vragen kunnen stellen, op elk moment. Zo ondersteunt Mr. Chadd de docent om de werkdruk te verlagen. Ben jij benieuwd hoe Mr. Chadd geïmplementeerd kan worden op jouw school? Neem contact met ons op!
Ilse Braams
16 september, 2021
Werkt u in het vo of mbo? Plan direct een vrijblijvende demonstratie in!
We laten u graag geheel vrijblijvend zien hoe Mr. Chadd werkt, hoe het kan worden ingezet en wat de meerwaarde is. Dit doen we in een fysieke of online afspraak van zo'n 30 minuten. Let op! Deze demonstratie is alleen bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het vo of mbo, NIET voor leerlingen!
Meer informatie over Mr. Chadd
Laat hieronder uw gegevens achter en we sturen u geheel vrijblijvend meer informatie over Mr. Chadd op!
Werkt u in het vo of mbo? Neem contact op!
Bent u benieuwd naar de voordelen van Mr. Chadd of heeft u andere vragen? Laat uw gegevens achter en wij nemen zo snel mogelijk contact op.