Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Wederkerend en wederkerig voornaamwoord; het zijn twee woordsoorten die je vaak tegenkomt bij het vak Nederlands.
Wat zijn het voor woorden en wat is het verschil? Lees snel verder voor het antwoord!
Wederkerend voornaamwoord
Sommige werkwoorden, zoals wassen, vergissen en schamen, krijgen altijd een extra woordje erbij. Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden:
- Ik schaam me diep.
- Hij heeft zich gewassen.
- Wij hebben ons vergist.
Deze dikgedrukte woorden noemen we wederkerende voornaamwoorden. Als je niet zeker weet of er een wederkerend voornaamwoord in de zin staat, kan je de zin veranderen naar de hij-vorm. Het woordje dat dan ook mee verandert, is een wederkerend voornaamwoord. “Ik erger me aan haar lach.” wordt bijvoorbeeld “Hij ergert zich aan haar lach.”. Me is dan dus een wederkerend voornaamwoord.
Wederkerig voornaamwoord
Het wederkerig voornaamwoord is een stuk makkelijker te herkennen in een zin. De Nederlandse taal kent er namelijk maar drie: elkaar, elkander en mekaar. Niks meer, niks minder! Deze drie woordjes kan je dus gemakkelijk in je hoofd stampen en dan met volle trots zeggen dat je alle wederkerige voornaamwoorden kent!
Even oefenen…
Onderstreep de wederkerende en omcirkel de wederkerige voornaamwoord in de volgende zinnen.
- Zij herkennen zich niet op deze foto.
- Wij mogen elkaar erg graag.
- Mijn zusje en ik realiseren ons dat we mekaar niet mogen slaan.
Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar: