Het gezegde zoeken in een zin? Mr. Chadd legt uit hoe het zit!

Het gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin. Het gezegde van de zin geeft aan dat iemand iets is, iets doet of dat er iets gebeurt. Er zijn twee soorten gezegdes, namelijk het naamwoordelijk gezegde en het werkwoordelijk gezegde.

• Ja, ik wil de app!

Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit één of meer werkwoorden en een naamwoord. Het naamwoordelijk gezegde geeft aan dat iets of iemand iets is. Het hoofdwerkwoord van een naamwoordelijk gezegde wordt het koppelwerkwoord genoemd. Dit koppelwerkwoord koppelt een eigenschap, functie of toestand aan het onderwerp. Een voorbeeld van een zin met een naamwoordelijk gezegde is: ‘De regen is nat’. Er wordt uitgedrukt dat ‘regen’ iets is, namelijk ‘nat’. Het woord ‘is’ vormt hierbij het koppelwerkwoord, het koppelt het woord ‘nat’ aan de ‘regen’. In sommige gevallen wordt een koppelwoord gesteund door een hulpwerkwoord. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de zin ‘Mijn zusje wil graag juf worden’.

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden uit een zin. Het geeft aan dat iets of iemand iets doet. Een voorbeeld van een zin met een werkwoordelijk gezegde is: ‘Ik maak mijn huiswerk’. Het werkwoordelijk gezegde is ‘maak’. Het woord ‘maak’ impliceert dat het onderwerp ‘ik’ iets doet.

Wil je oefenen met het vinden van het gezegde? Onderstreep dan de gezegdes in de onderstaande zinnen en leg uit of het om een naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde gaat!

1. De cassière die altijd zo boos kijkt schijnt erg aardig te zijn.
2. Het slachtoffer van het ongeluk is beklemd geraakt tussen twee auto’s.
3. De leerling die bij het raam zit kan naar buiten kijken.

Andere bezoekers keken ook naar: Trappen van vergelijking

Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:

Sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden

Koppelwerkwoord

Zelfstandig naamwoord, werkwoord en hulpwerkwoord