START NU JE EERSTE MAAND VOOR €4,- MET CODE:

CHATBOT

Het of de

Het of de, welk lidwoord hoor je te gebruiken? Lees verder om het allemaal te leren!

Volgens de regels word het woord ‘de’ gebruikt als het om een mannelijk of vrouwelijk zelfstandig naamwoord gaat. ‘Het’ wordt gebruikt bij onzijdige zelfstandige naamwoorden.

Het of de?

Voor het woord ‘de’ zijn twee regels. De eerste regel is dat als een woord eindigt op –ing, -ie, -heid, -a, -nis, -st, -schap, -de of – te het juiste lidwoord ‘de’ is. Voorbeelden hiervan zijn: ‘de helling’, ‘de schoonheid’ en ‘de weddenschap’.

De tweede regel is dat de bij de meeste woorden die een persoon aanduiden het woord ‘de’ wordt gebruikt. Een voorbeeld hiervan is: ‘de kok’, ‘de tante’ en ‘de koning’.

Voor het woord ‘het’ zijn ook twee regels. De eerste regel is dat bij verkleinwoorden altijd het woord ‘het’ wordt gebruikt. Een voorbeeld hiervan is ‘het meisje’ of ‘het boompje’.

De tweede regel is dat bij woorden die uit twee lettergrepen bestaan en beginnen met ge-, be-, ver-, en ont- altijd ‘het’ gebruikt wordt, bijvoorbeeld: ‘Het begin’ en ‘het verlof’.

Daarnaast zijn er ook een paar uitzonderingen. Zo zijn er zelfstandig naamwoorden waarbij zowel ‘het’ als ‘de’ een juist lidwoord is, zoals bijvoorbeeld: ‘het/de spits’ en ‘het/de pincet’.

Wil je oefenen met het plaatsen van het juiste lidwoord? Vul dan het juiste lidwoord in bij de onderstaande zelfstandig naamwoorden en benoem onder welke regel ze vallen.

  1. Hek
  2. Kindje
  3. Bakker

Andere bezoekers keken ook naar: Jou of jouw

Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:

Lidwoorden

Zelfstandig naamwoord, werkwoord en hulpwerkwoord

Meervoud maken van zelfstandige voornaamwoorden

Aan de slag
Zo werkt het
Particulier
Blogs
AcademyOver ons