(On)regelmatige werkwoorden in het Frans: hoe vervoeg ik ze?
Het vervoegen van werkwoorden in het Frans kan lastig zijn, niet elk werkwoord wordt op dezelfde manier gedaan.
Maar waar ligt dan het verschil? In dit artikel staat heel duidelijk hoe je welke werkwoorden vervoegt. Zo word jij ook een ster in Frans!
In het Frans zijn er regelmatige en onregelmatige werkwoorden. Voor de regelmatige werkwoorden zijn er standaard uitgangen, voor de onregelmatige werkwoorden moet je de uitgangen per werkwoord uit je hoofd leren.
Regelmatige werkwoorden
Tegenwoordige tijd:
- Veel werkwoorden eindigen in het Frans op –er . De stam van het werkwoord vind je door deze –er eraf te halen en vervolgens plak je de uitgangen er achteraan. Een voorbeeld is ‘habiter’ (wonen):
- j’ habit e — ik woon
- tu habit es — jij woont
- il/elle/on habit e — hij/zij/men woont
- nous habit ons — wij wonen
- vous habit ez — jullie wonen
- ils/elles habit ent — zij wonen
Andere voorbeelden hiervan zijn ‘aimer’ (= houden van), ‘chanter’ (= zingen), ‘chercher’ (= zoeken), ‘donner’ (= geven), ‘écouter’ (= luisteren), ‘fermer’ (= sluiten), ‘penser’ (= denken), ‘travailler’ (= werken) en ‘nager’ (= zwemmen).
- Ook zijn er veel werkwoorden die eindigen op –ir. Deze regelmatige werkwoorden worden op de volgende manier vervoegd, bijvoorbeeld ‘choisir’ (kiezen):
- je chois is — ik kies
- tu chois is — jij kiest
- il/elle/on chois it — hij/zij/men kiest
- nous chois issons — wij kiezen
- vous chois issez — jullie kiezen
- ils/elles chois issent — zij kiezen
Andere voorbeelden hiervan zijn ‘finir’ (= eindigen), ‘rougir’ (= blozen), ‘ralentir’ (= verminderen) en ‘remplir’ (= invullen).
- De laatste groep van regelmatige werkwoorden eindigt op –re, zoals rendre (teruggeven):
- je rend s — ik geef terug
- tu rend s — jij geeft terug
- il/elle/on rend — hij/zij/men geeft terug
- nous rend ons — wij geven terug
- vous rend ez — jullie geven terug
- ils/elles rend ent — zij geven terug
Andere voorbeelden hiervan zijn ‘mettre’ (= aantrekken), ‘permettre’ (= toestaan) en ‘prendre’ (= nemen).
Naast deze standaardwerkwoorden, zijn er veel onregelmatige werkwoorden. Je hoeft alleen ‘être’ (= zijn), ‘ avoir’ (= hebben), ‘aller’ (= gaan) en ‘faire’ (= maken, doen) helemaal uit je hoofd te leren en de andere onregelmatige werkwoorden te herkennen om het goed te kunnen vervoegen (bijvoorbeeld de werkwoorden te kennen). De andere onregelmatige werkwoorden hoef je alleen nog maar te herkennen.
Hierbij volgt een oefening met de regelmatige uitgangen, zodat je je kennis kunt testen!
Oefening
Hoe zeg je in het Frans:
- Ik luister (écouter)
- Wij geven (donner)
- Jullie blozen (rougir)
Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:
Werkt u in het vo of mbo? Plan direct een vrijblijvende demonstratie in!
We laten u graag geheel vrijblijvend zien hoe Mr. Chadd werkt, hoe het kan worden ingezet en wat de meerwaarde is. Dit doen we in een fysieke of online afspraak van zo'n 30 minuten. Let op! Deze demonstratie is alleen bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het vo of mbo, NIET voor leerlingen!
Meer informatie over Mr. Chadd
Laat hieronder uw gegevens achter en we sturen u geheel vrijblijvend meer informatie over Mr. Chadd op!
Werkt u in het vo of mbo? Neem contact op!
Bent u benieuwd naar de voordelen van Mr. Chadd of heeft u andere vragen? Laat uw gegevens achter en wij nemen zo snel mogelijk contact op.