De geleiding van stroom
Sommige stoffen geleiden stroom, anderen weer niet. Hoe kan dat?
Elektrische geleiding is het transport van elektrische ladingen door geladen deeltjes.
Een stof kan alleen stroom geleiden wanneer er deeltjes aanwezig zijn die de elektronenstroom kunnen doorgeven. Meer weten? Lees dan snel verder!
Metalen
Metalen geleiden zowel in vaste vorm als in vloeibare vorm stroom. De opbouw van metalen verklaart waarom ze stroom geleiden. Metalen zijn bij kamertemperatuur vaste stoffen en deze bestaan uit kristallen. Dit kristalrooster noemen we een metaalrooster. Het bestaat uit positieve metaalionen met daartussen losse elektronen. De elektronen kunnen vrij bewegen. De reden dat metalen goed stroom kunnen geleiden is de aanwezigheid van deze vrij bewegende elektronen, ook wel vrije elektronen of geleidingselektronen genoemd. Deze vrije elektronen kunnen de stroom, wat niets anders is dan elektronen, gemakkelijk door het metaal doorgeven.
Zouten
Zouten kunnen alleen stroom geleiden wanneer het zout vloeibaar (l) of opgelost in water is (aq). Verantwoordelijk voor de stroomgeleiding zijn de aanwezige ionen. Een ion is een atoom dat niet een gelijk aantal protonen en elektronen bevat. Er bestaan twee soorten ionen: positief en negatief. Wanneer een zout in vaste vorm is, zitten de geladen ionen op hun plaats vast. In een zout heb je te maken met een ionrooster .
De binding tussen de positieve en negatieve ionen noemen we een ionbinding . Deze ionbinding vormt een zout, dat neutraal is en geen lading heeft. Wanneer een zout smelt of wordt opgelost in water komen de ionen los van elkaar. De geladen deeltjes kunnen vrij bewegen en hierdoor kan er lading verplaatst worden. Een gesmolten zout geleidt de stroom doordat de ionen in het gesmolten zout los van elkaar komen te liggen. Een opgelost zout in water geleidt de stroom door vrije ionen. Hoe meer vrije ionen in een oplossing aanwezig zijn, des te groter de stroomgeleiding is.
Zo werkt de app
Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit moleculen: ongeladen deeltjes die bestaan uit atomen. De binding tussen twee atomen wordt tot stand gebracht door twee elektronen. Elk atoom levert een elektron voor de binding, dit noemen we ook wel atoombinding . De atoombindingen vormen in een moleculaire stof een atoomrooster . In een atoomrooster zitten de elektronen vast in atoombindingen, er zijn dus geen vrij beweegbare elektrische deeltjes. Dit zorgt er voor dat moleculaire stoffen geen stroom kunnen geleiden.
Opdrachten
- Wat moet er in een stof aanwezig zijn om stroom te kunnen geleiden?
- Waarom is er in een zout in vaste toestand geen geleiding mogelijk maar in vloeibare toestand wel?
Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar:
Werkt u in het vo of mbo? Plan direct een vrijblijvende demonstratie in!
We laten u graag geheel vrijblijvend zien hoe Mr. Chadd werkt, hoe het kan worden ingezet en wat de meerwaarde is. Dit doen we in een fysieke of online afspraak van zo'n 30 minuten. Let op! Deze demonstratie is alleen bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het vo of mbo, NIET voor leerlingen!
Meer informatie over Mr. Chadd
Laat hieronder uw gegevens achter en we sturen u geheel vrijblijvend meer informatie over Mr. Chadd op!
Werkt u in het vo of mbo? Neem contact op!
Bent u benieuwd naar de voordelen van Mr. Chadd of heeft u andere vragen? Laat uw gegevens achter en wij nemen zo snel mogelijk contact op.